Knip stroken van de restjes stof. Ik knipte stroken van ongeveer 30 x 5 à 8 cm. Het hoeft niet heel precies. Voor grotere bloemen gebruik je grotere repen.
Vouw de strook dubbel met de lange einden op elkaar en lijm vast met het lijmpistool.
Vouw aan één kant de korte zijde richting de lange zijde, zodat er een soort driehoekje ontstaat en lijm deze vast met het lijmpistool.
Leg je prikker op het driehoekje, doe wat lijm uit het lijmpistool aan de onderzijde en rol het hoekje als het ware om de saté prikker heen. Dit is het hart van je roos.
Vervolgens plooi en lijm je de rest van de strook om het hart heen, doe dit stukje voor stukje zodat je met je vingers de roos in vorm kan brengen (voorzichtig met je vingers en de hete lijm! Ik hield er een brandblaar aan over!)
Lijm aan het einde van de strook weer een driehoekje naar binnen en lijm deze vast.
Om de onderkant mooi af te werken, knip je een rondje uit de stof die je rondom wat knipjes geeft. Maak met de schaar een gaatje in het midden.
Schuif het rondje om de saté prikker. Doe een flinke dot lijm van het lijmpistool op de onderkant van de roos en plooi het rondje er tegenaan. Nu is de onderzijde mooi afgewerkt.
Vervolgens kun je de satéprikker nog mooi afwerken door de groene wol er omheen te draaien. Smeer hiervoor telkens een stukje in met de witte hobbylijm, en wind de wol er strak omheen.
Knip eventueel nog wat blaadjes uit de stof en plak deze om het steeltje door een drupje lijm op het puntje van het blaadje te doen en deze als het ware om het steeltje heen te plakken.