Haal je draad door de naald en maak een knoopje aan het uiteinde. Steek de naald van de achterkant naar de voorkant van de stof en trek er even goed aan om te checken of de draad goed vast blijft zitten. Eventueel kun je een dikker knoopje maken of de draad even aanhechten aan de binnenkant.

Bij het dichtnaaien van een open naadje zorg je dat je telkens precies je naald steekt in de vouw van de stof, steek recht over naar de andere kant, opnieuw in de naad, kom met je naald weer naar boven ongeveer vier mm eronder en steek weer over naar de andere kant. Alsof je dus een laddertje maakt.

Ben je aan het einde gekomen van je open naadje? Trek dan voorzichtig aan je draad, je trekt dan de steken die je hebt gemaakt vast. De randen van de stof trekken naar elkaar toe en als het goed is zie je niets meer van je steken!

Steek je naald naar de binnenkant en hecht af.